Een van de voordelen van mijn reuma is dat ik momenteel niet kan strijken.
Ik heb een hekel aan strijken dus dat komt goed uit.
Een nadeel is echter dat mijn man, die veel met Bobo's te maken heeft, graag netjes naar zijn werk gaat.
Op een stoel ligt een berg strijkgoed, zo hoog als de Himalaya. Dagelijks strijkt hij een paar stukken. De berg wordt echter niet kleiner want elke keer als hij wat heeft weg gestreken komt er weer nieuw bij.
Vandaag kwam een vriendinnetje langs. Zij heeft altijd 40 uur gewerkt maar is sinds een week minder gaan werken en kon dus op ziekenbezoek komen.
Omdat zij een druk leven heeft komt wekelijks de poetsvrouw en de strijkvrouw.
Mijn vriendinnetje ziet de Himalaya en terwijl we kletsen werkt ze de Himalaya weg.
Ik ben haar zo dankbaar, nu heeft mijn man ook even een momentje voor zichzelf.
Opeens denk ik terug aan dat andere vriendinnetje, die van de zomer is gaan hemelen.
Twee keer in de week ging ik afgelopen jaar naar haar toe, toen zij al zo ziek was.
Schoonmaken of strijken heb ik nooit voor haar gedaan. Ik heb daar de schurft aan en gelukkig was er een schoonzus die gelukkig werd van poetsen.
Ik ging met mijn dinnetje op stap. Eerst gewoon simpel naar de supermarkt. Daar genoot ze zo van. Later steeds verder, de markt over, een terrasje pakken of genieten van de bollen in de Bollenstreek of de voorbereidingen van de Bloemencorso.
De ene keer sjouwde ik de rolstoel mee, de andere keer de rollator en soms ging ze aan mijn arm mee.
Altijd was ze dankbaar en elke keer wuifde ik het weg.
"Nee joh, das geen moeite," en "Jij houdt mij van de straat."
Terwijl ik het strijkwerk zie slinken besef ik ineens hoe belangrijk de bezoekjes geweest zijn voor het dinnetje.
En ben blij met mijn vriendjes en vriendinnetjes, die elk op hun eigen manier er voor mij zijn, nu mijn lijf het tijdelijk laat afweten.